Hoe komt het toch dat de Zwedo’s
van die gruwelijk goede, kontschoppende misdaadromans schrijven? Eerst had je Sjöwall en Wahlöö, met de gedeprimeerde, maar briljante hoofdinspecteur
Martin Beck. Boeken die ik letterlijk stùkgelezen heb.
Daarna kwam inspecteur Kurt Wallander van Henning Mankell. Hij krijgt internationale erkenning als een van
de beste thrillerauteurs van zijn generatie. Dwaalsporen werd door lezers van
Vrij Nederland zelfs uitgeroepen tot beste thriller aller tijden.
De laatste jaren zien we een
accentverschuiving in de Zweedse policiers. Zo is Lisbeth Salander geen politieman, maar een hackende privédetective. Stieg Larssons creatie deinst er
niet voor terug om zelf ook de wetten te breken als het haar zo uitkomt.
Toch is Lisbeth Salander maar een braaf kostschoolmeisje
vergeleken met wat de personages van Jens Lapidus uitvreten. Een oneindige
stoet pooiers, dealers, inbrekers, verkrachters, rovers & rippers. Uitschot
dat elkaar met messen, pistolen, boksbeugels, honkbalknuppels te lijf gaat. In
de Stockholmse betonjungle proberen ze elkaar af te maken. Wat redelijk goed lukt.
Was Lapidus’ eerste deel van zijn Stockholm-trilogie, Snel Geld (Snabba Cash), al een forse trap in het kruis, in deel 2 gaat hij hier
vrolijk mee verder. Bloedlink (Aldrig Fucka Upp)
laat je naar adem snakkend achter. Als een runaway train dendert het
verhaal over je heen. Het hyperrealistische, in een moordend staccato
geschreven verhaal is onweerstaanbaar. Verplichte kost, zou ik zo zeggen.
Van Snel Geld is inmiddels ook al een film gemaakt, en ik
moet zeggen, alleen al van de trailer krijg ik kippenvel:
1 opmerking:
Zo dat ziet er goed uit. Die film wil ik wel zien.
Een reactie posten